info863020
Suppen en hiken in herfstig Zwitserland
Ik kijk naar een kraakhelder meer omringd door imponerende bergen. De bomen kleuren groen, rood, geel en bruin. Op het water peddelen mijn reisgenoten op rode supboards. Langs de kant nemen een handjevol wandelaars de tijd om dit tafereel te aanschouwen en foto’s te maken. ‘Kijk straks maar eens op Instagram naar de #Oeschinensee, wedden dat je foto’s van ons tegenkomt’ roept Marnix, onze reisleider.
Zwitserland, een land dat ik voorheen eigenlijk alleen maar kende van wintersportvakanties of als doorreisland op weg naar zonnigere oorden. Niet de eerste bestemming waar ik aan denk om te gaan suppen. Helemaal niet midden oktober, een periode waarin de eerste sneeuw wordt verwacht. Toch sta ik hier samen met een twaalfkoppig sportief gezelschap aan de voet van een berg. We maken ons klaar voor een, door Marnix en Diane van Sup&Go, georganiseerde hike- en suptocht.
We zijn vanmorgen vertrokken vanuit het International Scout Centre in Kandersteg, onze thuisbasis deze trip. Met een gevulde broodtrommel, water, een rugtas met sup en peddel gaan we op pad. Een goede basisconditie, wandelschoenen en -stokken, dat zijn de voorwaarden voor deze dagtrip. Vol goede moed begin ik aan de hike van zo’n anderhalf uur. Het pad is steil met wortels en losse stenen waardoor ik regelmatig wegglijd. Terwijl ik focus me op het pad, snoer ik de tailleband van de flinke suptas op mijn rug nog wat strakker aan. De tas is, door het gewicht van de sup en de peddel die er half uit steekt, niet bepaald ergonomisch te noemen. Hijgend neem ik een korte pauze en vraag me af wat er verstaan wordt onder een goede basisconditie. Ik zie verhitte hoofden om me heen en ben enigszins gerustgesteld dat mijn reisgenoten met hetzelfde probleem kampen. Desondanks is de stemming goed en worden we door Marnix, Diane en elkaar naar boven gecoacht.
Na een korte maar pittige hike komen we aan bij de Oeschinensee, een van de mooiste meren van de Alpen. Ik laat de suptas van mijn bezwete rug af glijden en plof ernaast op de grond. Iedereen heeft een paar minuutjes nodig om bij te komen maar het duurt niet lang voordat we staan te popelen om het water op te gaan. Terwijl ik mijn board oppomp, wordt er op een naastgelegen rots een huwelijksaanzoek gedaan. Nieuwsgierig sla ik de prille verloofden gade. Ik vraag me af of ze niet liever wat privacy hadden gehad maar ze zijn juist enthousiast over onze aanwezigheid.
Schrille kreten klinken terwijl we het water op gaan. Het meer dat uit smeltwater bestaat is ijskoud. Eenmaal veilig op mijn board ben ik er stil van, wat kun je je klein voelen in zo’n decor. We maken een tour over het meer dat gemiddeld zo’n 34 meter diep is. Het is zo helder dat je op de ondiepe stukken de bodem kunt zien. De zon doet een poging door te breken waardoor de temperatuur aangenaam is. Ik voel me helemaal tot rust komen op het spiegelgladde water.
De rest van de middag besteden we aan suppen, wandelen en sommigen laten zich verleiden tot een verfrissende duik. Aan het eind van de middag dalen we met een voldaan gevoel de berg af. Op de terugweg valt mijn oog op de kabelbaan waar we ook mee naar boven hadden gekund. Ik kaart het nog eens aan bij Marnix. Hij rolt met zijn ogen en zegt: ‘Had je de strijd naar boven en de beloning van het uitzicht willen missen?’ Verrek ja, hij heeft gelijk ook.
Geschreven door Katrijn van der Boom
